Ik ga terug in de tijd. Precies vier jaar geleden. Soms staan momenten en bijbehorende data in je geheugen gegrift en ga je onbedoeld naar dat moment terug bij het passeren of naderen van die datum. Ik zat op onze bank. De eerste aankoop, die ik en mijn vroegere liefde jaren daarvoor, samen hadden gedaan. Op die bank leek ik diep weg te zakken toen hij mij vertelde dat hij twijfelde aan ons, aan ons huwelijk.
Ik hing er in die tijd belabberd bij, vrij ver bij mijzelf vandaan. Achteraf, een heel proces verder, begrijp ik dat de ontwikkeling in onze relatie daaraan ook bijgedragen heeft. Ik deed misschien wel mijn best iemand te zijn die ik gewoonweg niet ben. En dan verlies je jezelf. Waar ooit de verschillen tussen ons heel uitdagend, spannend en aanvullend leken, waren het bij ons, op den duur, juist de verschillen die ervoor zorgden dat we van elkaar vervreemden. Kinderen krijgen heeft die verschillen nog eens extra aangescherpt. Dat je samen goede minnaars bent wil nog niet zeggen dat het je ook samen lukt een gezin te hebben. Niemand kan je vooraf vertellen wat de impact van samen kinderen krijgen op je relatie heeft. Maar je neemt wel SAMEN dat risico.
Als ik terugga naar dat moment op onze bank, voelde ik eigenlijk diep van binnen al dat dit het begin van het einde was. Mijn vroegere liefde was al langer bezig met het proces van loslaten. Toen hij zijn twijfel durfde de uiten, liep ik meteen 10 stappen achter. Ik hield zo sterk vast aan het plaatje van samen oud worden dat ik verkrampte.
De dagen, weken en maanden die volgden waren een onzekere tijd. We zochten, maar we vonden het al vrij snel niet meer. We konden geen ‘aan knopjes’ meer vinden. We konden geen verbinding meer maken. We voelden ons beiden op een doodlopende weg staan waar we geen uitweg meer zagen. We rekten het onnodig lang. Wat ons nog verbond waren onze kindjes, die we natuurlijk beiden heel graag een gelukkig gezin hadden gegund. En je kan iets nog zo willen, maar dan moet je het ook beiden zo voelen.
Tijdens de relatietherapie, die we nog een soort van hebben geprobeerd, legde onze therapeut ons haarfijn uit dat de meest gelukkige kinderen uit een gelukkig huwelijk komen. De kans op gelukkige kinderen is vervolgens ook groot als je het voor elkaar weet te krijgen goed uit elkaar te gaan en respectvol met elkaar kan omgaan. Minder gelukkige kinderen komen uit een gezin waar ouders bij elkaar blijven voor de kinderen. Ze voelen de spanningen die daarbij horen, liefde en warmte ontbreekt. De minst gelukkige kinderen komen voort uit vechtscheidingen. Daar waar met modder wordt gegooid.
Heel eerlijk, die tweede optie (waar we op afstormden), dat was nou niet wat ik wilde horen op dat moment. Ik had deze oer Zwitserse therapeut, zwanger van haar vierde kind, heel graag uit haar stoel getrokken, het raam uit geflikkerd en de Zürisee in gesmeten. Om haar vervolgens na te roepen of ze helemaal gek geworden was.
Hetzelfde gold voor mensen die tegen mijn vroegere liefde zeiden “je leeft maar één keer”, “Kies voor je eigen geluk”. Die mensen kon ik in mijn fantasieën vol met poep smeren en achter een auto aansleuren”. Want FUCK IT dat is ook mijn geluk en dat van mijn kindjes. Maar jeetje wat hebben ze gelijk. En wat zie ik dat helder nu. Ik wilde dat niet horen. Alles wat mijn gedachtes toen dreef was gebaseerd op de angst om mijn gezin te verliezen en er alleen voor te staan.
Nu een paar jaar verder zie ik mijn verkramptheid van destijds. Het klinkt wellicht wat vreemd en suffig in de oren, maar ergens ben ik dankbaar dat mijn vroegere liefde voor zijn eigen geluk gekozen heeft. Ik zou niet willen dat hij uit angst of medelijden bij mij zou zijn gebleven. Dat zou nog veel erger zijn. Het dwong mij ook dat geluk in mezelf te zoeken en het gaf en geeft mij de eerlijke kans om, met een heel leven nog voor mij (dat hoop ik tenminste), het geluk met iemand anders of met meerdere mannen te vinden.
Bovendien zie ik dat onze therapeut het bij het rechte eind had. Dat je ook gelukkige kindjes kan hebben als je goed uit elkaar gaat. Dat heeft heel wat bloed zweet en tranen gekost, maar dan heb je ook wat. Er veranderde natuurlijk heel wat, maar deze verandering is of blijft niet per definitie altijd slecht. Beiden hebben wij onze emoties zo goed als het ging voor onszelf kunnen houden en weggehouden bij onze apies. We hebben ondertussen alle ellende achter ons gelaten en we zien allebei happy kindjes. Happy kindjes waar zeker fases bij horen die andere kids ook hebben. Fases van minder in hun vel zitten, van onzeker voelen. Wat het directe effect op hen is, dat wij niet meer samen zijn, kan ik oprecht niet goed inschatten. Daar, waar ik en mijn vroegere liefde wellicht wat hebben laten liggen, is dat ik mijn spullen heb gepakt en ben vertrokken naar Nederland, niet in Zürich ben gebleven of dat mijn vroegere liefde niet mee terug naar Nederland is gegaan. En zelfs daarvan is het effect niet heel duidelijk na te gaan omdat we geen vergelijkingsmateriaal hebben. Feit blijft dat het nu goed is zoals het is. En boffen wij dat deze fijne en blije apies bij ons horen.